2008 - 2012
Het concept van detentiehuizen werd in België ontwikkeld als antwoord op de problematische gevangeniscontext. Sinds 1990 heerst er een algemeen gevoel dat veel aspecten van het gevangenissysteem in België falen: overbevolking van de gevangenissen, stakingen van het gevangenispersoneel (door personeelstekort en slechte werkomstandigheden), moeilijkheden voor hulp- en dienstverlening om de gevangenis binnen te komen, hoge recidivegraad (tot wel 70%) en kritiek van het Europees Comité voor de Preventie van Foltering (CPT). Na decennia van terechte kritiek op de dominante wijze waarop de vrijheidsberovende straf wordt uitgevoerd, formuleert VZW De Huizen een realistisch alternatief.
Het nieuw penitentiair paradigma van VZW De Huizen ontstond binnen het project ‘gedifferentieerde strafuitvoering’ van de Liga voor Mensenrechten. Dit project was een reactie op het eerste Belgische ‘Masterplan detentie en internering in humane omstandigheden’ uit 2008. Dat plan voorzag in vier nieuwe grote, onpersoonlijke panoptische gevangenissen, dewelke kopieën waren van modellen uit de 17de eeuw. De gevangenis van Haren was één van de aangekondigde nieuwe gevangenissen, die de grootste van België zou worden met een capaciteit van maar liefst 1190 plaatsen.
Na de aankondiging van het Masterplan vroeg professor Kristel Beyens (Vrije Universiteit Brussel, Crime & Society) aan gevangenisdirecteur Hans Claus om zijn visie te geven over de ‘gevangenis van de eenentwintigste eeuw’. Kort daarop verscheen in ‘Orde van de dag’ het artikel met als titel ‘Huizen’. Hier ontstond Hans Claus’ idee dat het beter zou zijn om 100 ‘gevangenissen’ te bouwen met een capaciteit van 10 plaatsen. Dit idee werd verder gesteund door de Liga voor Mensenrechten en journalisten en werd zo het uitgangspunt van het project ‘gedifferentieerde strafuitvoering’.
Daarnaast werd het project versterkt door de betrokkenheid van professor Ronald De Meyer (UGent - Ingenieurswetenschappen en architectuur). Het artikel dat verscheen in ‘Orde van de dag’ inspireerde hem om oefeningen voor studenten te organiseren. Binnen dat atelier werd een veelheid aan detentiehuizen ontworpen. Zijn bijdrage maakte het concept van detentiehuizen beter voorstelbaar en meer in lijn met hedendaagse opvattingen over duurzaamheid en milieuoverwegingen. Bovendien voegde hij een belangrijk nieuw aspect toe aan het concept, namelijk de interactie tussen een detentiehuis en de lokale gemeenschap. De inhoudelijke stuurgroep van het project bestond uit parlementairen van de Commissie Justitie van het Belgisch Parlement.
Diverse werkgroepen verdiepten zich in verschillende deelaspecten van het nieuwe paradigma zoals architectuur, personeel, internationale voorbeelden, kostenplaatje, juridische consequenties, hindernissen bij de realisatie, enzovoort. Aan de werkgroepen namen veel mensen met verschillende expertise deel, waaronder psychologen, criminologen, sociaal werkers, architecten, rechters, beleidsmakers en journalisten.
2012 - heden
Het project eindigde met de publicatie van het boek ‘Huizen, naar een duurzame penitentiaire aanpak’ en de oprichting van de VZW. Het boek werd gepubliceerd in verschillende talen en tracht het concept van detentiehuizen in detail en vanuit verschillende invalshoeken te benaderen. Daarnaast werd De Huizen officieel opgericht als een VZW met een algemene vergadering van ongeveer 50 mensen en tien partnerorganisaties: vzw Touché, Liga voor Mensenrechten, Moderator vzw, De Kiem, Bond zonder Naam vzw, ArmenTeKort, U-Turn, vzw Without Walls, De Rode Antraciet en Straatwoordenaar.
VZW De Huizen slaagde erin om detentiehuizen op de Belgische, politieke agenda te plaatsen. Dat gebeurde dankzij de politieke contacten die opgebouwd waren tijdens het eerdere project, de voortdurende persaandacht die de VZW opeiste, publicaties in allerlei vak- en verenigingstijdschriften, een onophoudelijke rij aan lezingen en talrijke tussenkomsten in publieke en academische debatten.
Ondertussen bleken ook de nieuwe gevangenissen de penitentiaire crisis niet op te lossen. De overbevolking en de slechte recidivecijfers bleven aanslepen. Toen de eerste kleinschalige huizen in de vorm van ‘transitiehuizen’ (huizen voor einde straf) en zogenaamde detentiehuizen voor kortgestraften (straffen onder drie jaar), een feit werden, groeide de brede erkenning voor het nieuwe paradigma.
Detentiehuizen werden opgenomen in het officiële Belgische penitentiaire beleid. Ze kregen in 2019 een wettelijke verankering in de Wet op de Externe Rechtspositie (transitiehuizen) en de Basiswet van het gevangeniswezen (detentiehuizen).
Op uitnodiging van architect filosoof Gideon Boie (KU Leuven - Faculteit Architectuur) werd het Belgisch project al vroeg toegelicht in Amsterdam, waar een nieuwe megagevangenis ‘Zaanstad’ in de steigers stond. Op uitnodiging van bestuurslid Gerard De Coninck (+)( ULiège) gebeurde hetzelfde op een penitentiair congres in Parijs. Uit die contacten groeide de beweging RESCALED, die later tot de internationale iVZW RESCALED uitgroeide. Tijdens het Belgisch EU-voorzitterschap in 2024 slaagde RESCALED er in om kleinschalige detentie ook in het beleid van de Europese Unie te loodsen in de vorm van Council Conclusions.
VZW De Huizen blijft multidisciplinair verder werken aan het maatschappelijk draagvlak voor detentiehuizen. Ze verleent op elk niveau haar medewerking door middel van advies en participatie aan elk mogelijk initiatief dat kleinschalige detentie wil realiseren. Ze rust niet tot de poorten van de laatste gevangenis dicht gaan en de strafuitvoering op mensenmaat, met respect voor het sociaal karakter van dader en slachtoffer wordt georganiseerd. Ze bouwt op die manier mee aan de duurzame en inclusieve samenleving van morgen.
Meer informatie over de verschillende realisaties van VZW De Huizen kan je raadplegen via deze link.